Smalle kleine tot middelgrote boom. Op jonge leeftijd zeer smal zuilvormig, later groei hij wat breder uit. De bovenste zijtakken zijn langer dan de harttak. De takken staan onder een hoek van circa 30° in de stam ingeplant waardoor de zuilvormige kroon ontstaat. Soms worden ook breed uitgroeiende takken gevormd. Na het verplanten dient deze boom de eerste paar jaar nog licht gesnoeid te worden. De bladeren zijn groter dan bij andere cultivars en donkergroen. Het is vrij van spint, licht gevoelig voor galmijt en gevoelig voor meeldauw.