Een gezonde, krachtig groeiende boom die een ruime standplaats verlangt. Vertakt zich meestal laag en vormt een dichte kroon met meerdere zware hoofdtakken. Door de lage vertakking en breed uitgroeiende zijtakken worden oude exemplaren soms breder dan hoog. Oude stammen zijn donkergrijs en diep netvormig gegroefd. De naakte bladknoppen staan op korte stelen. Jong uitlopend blad kan bij een late nachtvorst beschadigen maar herstelt gemakkelijk. Het grote, geveerde blad bestaat uit 17 tot 21 lancetvormige deelbladeren. Deze zijn 8 - 12 cm lang. De hangende vruchtkatjes blijven gedurende de wintermaanden aan de boom hangen. De nootjes zijn onderling voorzien van 2 halfronde vleugels. Vormt wortelopslag. Verlangt vochtige grond en is bestand tegen langdurige wateroverlast. Bij een gezond worstelgestel groeit hij ook op drogere plaatsen. Verdraagt geen zeewind. Uiteindelijk vormt Pterocarya fraxinifolia een imposante boom met een zware en spreidende kroon. Vooral bij oude exemplaren is de stam diep gegroefd.